Dag 8: naar Whistler

Weer: zonnig
Aantal km’s gereden vandaag: 142 km
Aantal km’s gereden totaal: 799 km
Gespotte dieren: 3 kolibri’s, vinkjes, grondeekhoorn, bosmuisje

We hadden een plekje op de ferry van 10 uur van Nanaimo naar Horseshoe Bay - Vancouver gereserveerd. Dat betekent dat we uiterlijk om 9:30 bij de terminal moesten zijn, dus vroeg onze veren uit. De zon scheen vanmorgen al uitbundig op onze picknickplek en we aten ons ontbijt om 8 uur al in de volle zon. We keken uit op de inham en zagen dat het nu eb was en dus gisteravond vloed. Een aantal vinken zaten te ontbijten in de struiken vlakbij en er vlogen ook 3 kolibrietjes voorbij.
Het afkoppelen van water en stroom en het legen van de afvaltanken ging heel voorspoedig en om 5 over half negen zaten we al in de camper. Uitchecken en afval storten en we gingen op weg naar de Terminal. Al het verkeer zat mee en zodoende waren we er al om 9:05 uur. Bij het inchecken werd de camper met een meetlint (zo één met een wieltje, die landmeters ook hebben) opgemeten. De camper blijkt opeens een voet langer te zijn en we moesten hierdoor meer betalen.
Op de boot hebben we in het winkeltje rondgekeken. Het meest opmerkelijkste en leukste artikel, waren steunkousen met allerlei leuke printjes. Verder hebben we vooral op het dek in het zonnetje gezeten. We hadden gehoopt dat we wifi zouden hebben, zodat we de verhaaltjes en foto’s van de afgelopen dagen konden uploaden, maar de wifi kwaliteit was zo slecht dat dit totaal niet lukte.
Om kwart voor 12 waren we aan de ‘overkant’.
We vervolgden onze weg over de 99 naar het Noorden. De bestemming van vandaag is Nairn Falls. Een natuurpark net boven Whistler.
Na een minuut of 10 rijden stoppen we bij Porteau Cove, Provincial Marine Park. Er is een parkeerplaats met picknickplekken langs het water en er is een camping. Langs de parkeerplaats is een pier die een end het water in gaat en aan beide zijden verschillende uitzichtpunten heeft. We smeren in de camper een paar lekkere broodjes en eten die aan één van de picknickbanken op. Intussen genieten we van het uitzicht. Heerlijk!
Een stukje verder belanden we in een file. Dit is vast de enige file die we tijdens onze vakantie in Canada tegen komen tot we naar Calgary gaan, dus we maken ons er niet te druk over. Uiteindelijk blijkt, een paar kilometer verder, dat er aan de weg gewerkt wordt en dat er van de twee banen naar het zuiden en één baan naar het noorden, maar één baan in totaal beschikbaar is.
Onderweg stoppen we bij the Shannen Fall. Met 335 meter hoog is dit de op 2 na hoogste waterval. Net als in Europa is het in Canada ook een droge zomer, maar de stroom die naar beneden klettert is nog best wel indrukwekkend. Dit moet een reusachtige waterval zijn in het voorjaar. De parkeerplaats is vrij klein, maar het is maar een stukje lopen naar de waterval. De meeste mensen komen hier alleen voor het kijken naar de waterval en niet voor een langere wandeling en dus blijven de auto’s niet lang staan. We moesten 2 rondjes rijden, voor we een parkeerplekje vonden. Toen we weer weggingen was 1/3e van de parkeerplaats leeg.
Tussen Shannon Fall en Whistler zijn nog verschillende stoppunten en parken.
We stappen weer bij de Brandywine falls. Hier stroomt geen brandewijn naar beneden, maar gewoon water. Ook hier is de waterval via een korte wandeling vanaf de parkeerplaats te bereiken. Een stukje verder op het zelfde pad een mooi uitzichtspunt op Alice Lake.
Bij Green Lake, een meer waarvan het water groen lijkt (behalve op de foto), maken we ook nog een tussenstop.
Rond half zes komen we aan op de camping van Nairn Falls Provincial Park. De camping is prachtig gelegen in het bos en aan de rivier. Elke plek heeft een klein stukje bos tot zijn beschikking. Ondanks dat je de andere kampeerders wel kunt zien, zorgt het stukje bos ertussen toch voor voldoende privacy. De voorzieningen op de camping zijn heel beperkt. Er zijn een aantal waterpompen voor vers water en er zijn een aantal pit-WC’s (dixies).
We eten lekker buiten aan onze picknicktafel.